dinsdag 25 december 2007

Opwarmertje

Voor diegenen die in de tweede week van januari 2008 naar de BETT in Londen gaan,
of juist voor de mensen die nog twijfelen,
en misschien ook nog voor de mensen hoog in de organisatie die nog niet zoveel met ICT hebben, maar toch meegetroond worden....


maandag 17 december 2007

Gras groeit niet harder als je er aan trekt...

Mathetiek, wat is dat?

Didactiek kennen we wel, dat is toch ‘ars didactica’, de kunst van het onderwijzen?

Als er onderwezen wordt, wordt er dan ook geleerd? Zijn het de twee onvermijdelijke kanten van dezelfde onvermijdelijke medaille? Zoals in het plaatje:


Onderwijzen, je staat er onder –een niveautje lager dus- en wijst. Je wijst naar boven: ‘Daar, daar moet je zijn, jong.’

Mathetiek: Jan Amos Comenius (1592-1670) noemde ‘mathetiek’ (van het Griekse ‘matein’ of manthatein’ = leren) ‘de kunst van het leren’.

ICT en didactiek. Er is veel over geschreven inmiddels, behartenswaardige zaken, bijvoorbeeld door Robert-Jan Simons. Voor mij is ICT vooral mathetiek. Het stelt de leerlingen in staat zelf te leren. Dat levert een vreemde, kronkelige, paradoxale situatie op.

De docent is de didacticus en hij beslist hoe en wanneer ICT wordt ingezet. En daarna moeten de leerlingen het zelf doen, zelf leren. Maar ze die kunst aanleren is weer didactiek. Kennu het nog volgen?

Gras groeit niet harder als je er aan trekt: maar hoe zorg je ervoor dat gras wel degelijk groeit? Hoe help je daarbij?

Kun je een gunstig klimaat scheppen voor leren met ICT? Een gunstige ecologie? Een beter milieu?

Ik heb er nu precies tien gebruikt. Dat lijkt me vraagtekens genoeg.

Volgens mij moeten we leerlingen de middelen geven waarmee ze kunnen leren, niet meer en niet minder. Bij die middelen hoort niet alleen hardware, een infrastructuur die deugt en een heleboel multimediale content, uitdaging en prikkeling, maar ook de didactiek. Als middel dus om ze aan het leren te krijgen. Didactiek in het algemeen en dus ook ICT-didactiek is een middel tot een doel.

Het middel moet niet het doel worden, zoals zo vaak gebeurt. De balans tussen ICT-didactiek en ICT-mathetiek is wat we zoeken.

Het doel is dat leerlingen kunnen en willen leren.

Dat doen ze tenslotte zelf. Net zoals gras zelf groeit.

dinsdag 11 december 2007

Vijf mini-korte verhalen over onderwijs

Het jaar liep weer hard naar de tijd van de overgangsvergaderingen toe en de vraag of ze haar mentoraat goed had uitgevoerd, bezorgde haar buikpijn, vooral als ze ’s nachts wakker werd, badend in het zweet.

Wat nou boeiend? Hij had dan wel bijna de hele les besteed aan het klassikaal nakijken van het werkboek, maar als ze hadden opgelet, hadden ze zoveel kunnen leren van andermans fouten!

Het leek weer nergens naar, dat mondelinge examen. Waar zij woedend van werd, was het verwijt dat ze in de les nauwelijks geoefend hadden! En al die invuldialogen dan?...

Hoe kon die man dat nou zeggen? Dat onderwijs voornamelijk het geven van antwoorden was op vragen die niet gesteld waren? Als hij de lijdende vorm in de voltooid verleden tijd had uitgelegd en vervolgde met: ‘Zijn er nog vragen?’, dan deed toch iedere leerling er het zwijgen toe? Wat kon onderwijs dan anders zijn?

Soms, op weg van zijn lokaal naar de personeelskamer, een stukje van nog geen tweehonderd meter, werd hij door wel vier verschillende leerlingen aangesproken. En allemaal wilden ze iets dat hij nog niet kon geven of dat hij nu niet kon oplossen. Eenmaal bij de personeelskamer, had hij nog twee minuten om zijn brood op te eten.

donderdag 29 november 2007

Hoe maak je ruimte?

Gisteren was ik door KPC Groep uitgenodigd voor een expertmeeting over innovatief leiderschap. Een van de onderdelen van de late middag/vroege avond was een dialoog met een subgroep van de innovatieve schoolleiders die er waren.

Ik wil met jullie delen wat ik in het gesprek heb beleefd en het wat verder uitwerken.

De vraag waar we over dialogiseerden was:

Hoe ga je als innovatief leider om met het dilemma dat je de ene keer anderen ruimte moet geven voor ontwikkeling en ze de andere keer moet inperken door kaders te stellen? Waar houdt de ruimte op en beginnen de kaders?

Als eerste hebben we ervoor gepleit het woord ‘dilemma’ te vervangen door ‘paradox’.
Dilemma betekent immers een moeilijke keuze uit twee alternatieven die elkaar uitsluiten en dus een keuze die niet op logische gronden kan worden gemaakt, terwijl er bij een paradox sprake is van een schijnbare tegenstelling. Het woord schijnbaar drukt dan uit dat als je dieper graaft, of juist een helicopterview ontwikkelt, de tegenstelling verdwijnt.

De tweede semantische exercitie die je kunt uitvoeren is door het woord ‘kader’ eens aan nader onderzoek te onderwerpen. Hoewel kader eigenlijk ‘het terrein waarbinnen een bepaalde kwestie speelt’ aangeeft, wordt het door velen juist ervaren als de omheining rond dat terrein. En hoewel de meeste leiders in de groep ontkenden dat het woord ‘kaders’ een negatieve bijbetekenis had denk ik dat als je bij mensen aankomt met: ‘Blijf je wel binnen de kaders?’ Of ‘Dat is wel leuk, maar nu moet ik even kaders aanbrengen… ‘ toch velen het zullen ervaren als een beperking: nu loop je tegen de omheining aan!

Mijn voorstel was dan ook om voor jezelf en voor anderen duidelijk te krijgen dat wat je met kaders bedoelt, beter kan worden weergegeven door het woord ‘steiger’.
En dan bedoel ik niet de aanlegsteiger, maar de bouwsteiger.

Waarom bouw je een steiger? Wanneer bouw je een steiger? Waar bouw je een steiger? Is de steiger permanent, of ga je er van uit dat hij wordt afgebroken?

Een innovatief leider ondersteunt de (vaak innovatieve) activiteiten van anderen. Dat ondersteunen doet hij door de visie te vertalen naar de praktijk van een ondersteunend bouwwerk (de steiger) die het bouwproces moet vergemakkelijken en ondersteunen. Op die manier kun je duidelijk maken dat je teruggaat naar de ooit afgesproken visie, met als doel de visie als steiger te gebruiken. Zodra de ondersteuning niet meer nodig is, kan de steiger weer worden weggehaald.

Wellicht lukt het je meningsverschillen over de te volgen koers en over activiteiten die naar jouw idee te ver gaan, bespreekbaar te maken door ze te plaatsen binnen de steigers van de visie.

Leegte wordt ruimte door ze te vullen met visie.

dinsdag 27 november 2007

Immigranten als bottleneck

Wie na het lezen van deze titel denkt dat dit stukje koren op de molen is van Wilders en sympathisanten, zit er naast.
De immigranten uit de titel zijn de ‘digitale immigranten’ van Marc Prensky, de tegenhangers van de ‘digitale moedertaalsprekers’ oftewel ‘digital natives’.

Het omgaan met web 2.0-toepassingen op scholen vergt vooral zorg ten aanzien van de volwassenen (niet in het digitale tijdperk geboren) en niet zozeer ten aanzien van de leerlingen.

Hier is een aantal redenen voor te geven:

  1. Van leerlingen wordt verwacht dat ze nog veel te leren hebben;
  2. van docenten wordt verwacht dat ze boven de stof staan en alleen op die manier kennis kunnen overbrengen;
  3. van docenten wordt ook verwacht dat ze snel iets nieuws erbij kunnen leren, als dat nodig mocht zijn;
  4. bij deze ‘nascholing’ gaan we vaak nog klakkeloos van het traditionele kennisoverdrachtsmodel uit (de stof klassikaal presenteren).

Op mijn school hebben we een poging gedaan een wiki te gebruiken binnen het onderwijs.

Het betrof een project rond het vakoverstijgende begrip ‘Spanning’. Het eerste jaar dat we dit thema draaiden, verwachtten we dat de verschillende groepjes leerlingen die uitlopende vormen van spanning hadden gekozen (geheimtaal bij wiskunde, spanningopbouw bij Nederlands en ook bij Kunst & Cultuur, elektronische en biologische spanning bij Nask en Biologie, het Middenoostenconflict bij Geschiedenis), met elkaar een encyclopedische website zouden maken.

Omdat sommige leerlingen bij die websitebouw zich verloren in vormgevingsaspecten en om het samenwerken bij de bouw te benadrukken, hebben we gekozen om dit jaar een wiki in te zetten. Immers, bij een wiki zijn de mogelijkheden tot vormgeving (behangetjes e.d.) veel geringer en is het samenwerken vanuit het contentmanagementsysteem meer voor de hand liggend.

Wil je verder lezen wat onze ervaringen waren met de docenten en de wiki? Waar we in de praktijk van de uitvoering tegen aan liepen? En hoe we hopen in de toekomst met de obstakels om te gaan?

Kijk dan op de Kennisnetwiki...


vrijdag 23 november 2007

Het wordt steeds gemakkelijker

Er is op verschillende onderwijsblogs al over geschreven, maar ik kon niet nalaten ook nog even een duit in het zakje te doen: VCASMO. Bekijk ook de weblogs van Pierre Gorissen en van John van Dongen.

donderdag 18 oktober 2007

Hoe hou je het leraarschap een beetje leuk?

De kans dat je in het onderwijs bent gegaan omdat je je vak(specialisatie) zo leuk vond, is groot. Ik vond Engels leuk en dat Engels studeren lesgeven betekende, op een school werken, dat was iets voor later. Eerst maar eens lekker studeren……

En de opmerking van een van mijn professoren: ‘we willen anglisten van u maken!...’ was dan ook koren op mijn molen. Pas veel later begreep ik dat die mentaliteit nog voor veel problemen zou zorgen.

Het overgrote deel van de mensen werkzaam in het voortgezet onderwijs, beschouwt zich als vakspecialist. En je beroep, is dat iets anders?

Ik heb mensen gekend die zeiden dat ze zich niet thuis voelden op het mavootje waar ik leraarde omdat ze ´er zo weinig van hun vak kwijt konden´. En ze gingen dan naar havo of vwo om daar les te geven.

En ik heb mensen gekend die absoluut niet meer dan twee brugklassen wilden hebben in een jaar omdat ze bij meer brugklassen ‘dan weer steeds hetzelfde verhaal afdraaiden’.

Ben je pas tevreden als je veel van wat je op de universiteit of de lerarenopleiding gehad hebt, stopt in een monoloog die je vervolgens in de les afdraait? En de volgende les een heel ander, maar zeker zo moeilijk verhaal?

Ik weet het, het voorgaande schildert karikaturen, maar is een leerling niet juist altijd interessant omdat hij of zij op een net iets andere manier met wat jij of het boek aandraagt, omgaat?

Is het niet hartstikke leuk om uit te vinden wat de ingang voor dat specifieke kind is, hoe je hem of haar kunt boeien en ook nog iets duidelijk maken?

Ja, als onderwijs voor jou ‘een verhaal afdraaien’ is, dan wil je wel uitgekeken raken op die rijtjes al of niet opzichtig geeuwende kinderen.

Aan de andere kant, als leraren horen dat ze niet voortdurend frontaal-klassikaal les moeten geven, betekent dat vaak dat ze zich geroepen voelen de leerlingen de gelegenheid te geven om stilletjes uit hun boek te werken, sommen, opgaven e.d. Maar, een leraar vindt dat hij zijn opleiding niet heeft gevolgd om met de handen op de rug langs stil werkende kinderen te lopen en bij een vraag stilzwijgend naar het antwoordblad te wijzen dat op stapeltjes voor de klas ligt. Hij wil zijn verhaal kwijt. Dat is wel eens de klacht bij de nadruk op zelfstandig werken. Op die manier ontstaat er ook geen dialoog met een individuele leerling. Als die wel ontstaat, in interactief onderwijs, en als de insteek in die dialoog is ‘hoe leer je?’ en niet het geven van louter vakspecifieke antwoorden, zijn we misschien minder met ons vak bezig, maar meer met ons beroep.

Kortom, willen we het beroep leuk houden, dan moeten we ons vak een beetje vergeten.

dinsdag 16 oktober 2007

Zo alleen...


Ik was onlangs bij de dokter. Ik had al een tijdje last van een kuchje, dat maar niet weg wilde. We raakten na het onderzoek in gesprek en hij vertelde me dat hij eigenlijk met zijn collega’s in het Gezondheidscentrum waar hij werkte nauwelijks contact had. Hij zag zijn collega’s zelden en besprak wel eens in het voorbijgaan een lastige patiënt of diagnose, maar van enige structuur in het overleg was geen sprake. Ze hadden het allemaal ook zo druk dat ze nauwelijks wisten dat ze leefden, laat staan dat ze ertoe kwamen interessante gevallen te bespreken of elkaar feedback te geven.

Op mijn vraag of hij dan de nodige vakbladen las om toch zijn vakkennis op peil te houden en of hij wel eens naar een congres toe ging, lachte hij wat smalend en gaf me te kennen dat hij na twintig jaar ervaring als huisarts toch zeker wel wist hoe hij zieke mensen moest genezen. En bovendien, voegde hij er aan toe, had hij voor het soort theoretische flauwekul dat zogenaamde experts hem daar voorschotelden toch geen tijd en geduld.

Nee, hij prees zich gelukkig als hij het eind van de week weer gehaald had zonder overspannen te raken.

Ik werd er wat onrustig van, want dit was toch de man die me zojuist had verteld dat er met dat kuchje niets aan de hand was. Dat het gewoon een virale infectie was die voor een geïrriteerde luchtpijp zorgde en die moest slijten. Typisch een geval waar hij niets aan kon doen, weet je wat, hij schreef wel een hoestdrankje met codeïne voor om de irritatie wat weg te nemen. Zo was het consult gegaan.

Voorzichtig vertelde ik hem dat ook mijn zwager door een soortgelijk kuchje was geplaagd en dat zijn huisarts hem daarvoor behandeld had met een nieuw medicijn dat hele goede resultaten bleek op te leveren. Dit was een boodschap die hij duidelijk niet van mij verwacht had en ook niet wilde horen. Hij raakte er ontstemd door en verontwaardigd beet hij me toe: “Wat nou nieuw medicijn?! Ik kan toch wel een diagnose stellen zeker? En u hebt gewoon een virale infectie! Zo doe ik het al jaren en, ik mag wel stellen, met veel succes! Heb ik het al die jaren dan fout gedaan? Dat gaat u me toch niet vertellen zeker? Wacht nou maar af, dat nieuwe medicijn zal over een tijdje gebakken lucht blijken en weest u dan maar blij dat ik niet in die nieuwlichterij ben getrapt!”

Het ergste van deze situatie leek me het isolement waar die dokter in verkeerde. Het isolement, dat hem deels was opgedrongen doordat hij, eenmaal gekozen, het zo druk had dat hij geen tijd meer had om zijn praktijk zo te organiseren dat hij het minder druk kreeg. Zodat hij voor zijn beroepsidentiteit geheel en al was gaan vertrouwen op zijn praktijkkennis en -om maar niet met ‘theoretische flauwekul’ te worden geconfronteerd die zijn praktijkkennis zou kunnen nuanceren- deels zelf voor dat verschrikkelijke isolement gekozen had.

Ben ik even blij dat ik geen arts ben, maar in het onderwijs zit……


dinsdag 25 september 2007

Credo

Soms als ik met docenten over vernieuwing praat, wijzen ze op het belang van basiskennis en basisvaardigheden, alsof onderwijsvernieuwingen daaraan voorbij zouden gaan. Ik onderschrijf het belang van kennis, simpelweg omdat er zonder kennis geen vaardigheden bestaan, van vaardigheden omdat zonder vaardigheden er nooit adequaat gehandeld zal worden. Wel vraag ik me af of ze met basiskennis en basisvaardigheden hetzelfde bedoelen als ik. Zo kan ik me herinneren dat ik, jaren geleden toen ik meeschreef aan een onderbouwleergang voor Engels, vreemd aangekeken werd toen ik mijn mening gaf dat je in drie jaar onderbouw niet noodzakelijkerwijs de gehele grammaticale canon hoeft te behandelen. Uit de reacties van de andere auteurs, bleek dat ze dat vloeken in de kerk vonden. Ik hoop dat het onderwijswereldje (dat is groter dan docenten alleen) ook naar basiskennis wil kijken met de toekomst voor ogen: als je iemand opleidt tot timmerman, zullen zijn werkzaamheden als timmerman nog dezelfde zijn als vroeger of zelfs als nu? Of zal hij in een andere beroepscontext werken, waarvoor nodig is dat samenwerkingsvaardigheden, inzicht in andere vormen van techniek en hoe ze in verhouding staan tot houtbewerking, alsmede leren-leren-vaardigheden tot de 'basiskennis+basisvaardigheden' behoren?
En als we ons realiseren dat leerlingen die nu op school zitten deels in beroepen terechtkomen die nu nog niet bestaan, hoe kijken we dan tegen onze opleidingen aan?

Een spiritueel antwoord haal ik uit een lang gedicht van Kahlil Gibran, een Perzische dichter die een groot deel van zijn leven in de Verenigde Staten heeft geleefd en gewerkt.
Met het praktische antwoord worstel ik in mijn dagelijkse praktijk.

Een vrouw met een kind aan haar boezem zei:
Spreek tot ons over kinderen.
En hij sprak:

Uw kinderen zijn uw kinderen niet.
Ze zijn de zonen en dochters van de Hunkering van het leven naar zichzelf.
Ze komen door u, maar zijn niet van u.
En alhoewel ze bij u zijn, behoren ze u niet toe.
U mag hun uw liefde schenken, maar niet uw gedachten.
Want ze hebben hun eigen gedachten.
U mag hun lichamen een huisvesting geven, maar niet hun ziel.
Want hun zielen vertoeven in het huis van morgen, dat u niet kunt bezoeken, zelfs niet in uw dromen.
U kunt proberen als hen te zijn, maar maak ze niet gelijk aan u.
Want het leven gaat niet terug noch draalt het bij gisteren.
U bent de boog waarmee de kinderen als levende pijlen voortgezonden worden.
God die de boogschutter is, ziet het doel op het oneindige pad, en Hij buigt u met al Zijn macht, zodat Zijn pijlen ver gaan.
Laat u met b
lijheid buigen, want op dezelfde manier als dat Hij zijn pijlen liefheeft, zo heeft hij ook de boog lief, die stabiel is om de pijlen mee af te schieten.

Kahlil Gibran, uit: De Profeet

donderdag 20 september 2007

De toekomst is een tijdje geleden begonnen


Heb je al veel gelezen over de digitale wereld van de generatie Einstein?
Of juist niet?
Ben je geïnteresseerd in de invloed die deze jongerenwereld heeft op een nieuwe kijk op leren?
Of je nu veel of weinig gelezen hebt, ik wil je toch het volgende boekje aanraden.
Op www.hiteq.org kun je gratis een boekje bestellen met als titel 'De digitale wereld, een nieuwe kijk op leren?'.
Het is een uiterst leesbaar boekje: niet te kort, niet te lang, samenvattend maar met genoeg detail, vlot geschreven en met belangwekkende informatie voor diegenen die onderwijs dat kinderen voorbereidt op de maatschappij van morgen (en eigenlijk al vandaag) serieus nemen.
Uit de inhoudsopgave:
  • Games en communities
  • Profielsites, weblogs en de prosument
  • De netgeneratie en netwerkleren
  • Conclusies en vervolgstappen
En misschien kom je op deze site nog wel meer interessante publicaties op het spoor...

donderdag 13 september 2007

Urgentiebesef


Onlangs, in een vergadering met de ICT-ambassadeurs op onze scholengemeenschap, constateerden we dat er op Melanchthon weinig tot geen urgentiebesef is, als het gaat om het probleem dat we de leerling qua ICT-vaardigheden niet goed voorbereiden op de maatschappij.
Hierbij een interview met een ex-vmbo-er dat in dat licht interessant is.

maandag 10 september 2007

Veiligheid en beveiliging

Zoals je uit het eerste bericht op deze weblog kon lezen, ben ik er (eindelijk) toe overgegaan een weblog bij te houden, naar aanleiding van het feit dat op Via, één van de scholen van Melanchthon, de tutoren met weblogs voor leerlingen zijn gestart.
Over de gevolgen voor de systeembeheerders was niet voldoende nagedacht en dat leverde me stof voor dit bericht. Het gaat over 'safety' en 'security'.

We moeten met z'n allen niet de begrippen 'veiligheid' en 'beveiliging' met elkaar verwarren.
De tutoren van Via doen hun best om met leerlingen te praten over de gevaren die webloggen, foto's en filmpjes kunnen opleveren en hoe de leerlingen daarmee dienen om te gaan. Dit is het begrip 'veiligheid' en blijft volledig voor rekening van de mensen op Via en de afzonderlijke scholen. Het begrip 'beveiliging' is voor rekening van systeembeheer (bijvoorbeeld virussen en spam). Zodra het gebrek aan veiligheid gevaren oplevert voor de beveiliging, hebben beide groepen ermee te maken.

Margreet van den Berg heeft op haar blog daarover ook een heel interessant bericht geschreven.

maandag 27 augustus 2007

'Global Learning Crisis' volgens Tony Buzan

Tony Buzan ('uitvinder' van de mindmap) bespreekt op de Education Show de rol van creativiteit in het onderwijs en laat de toehoorders even de rol van keizer of keizerin van het universum spelen en een belangrijke beslissing nemen.

Via Wilfred Rubens en Stephen Downes (zie ook www.teachers.tv)

dinsdag 7 augustus 2007

Interessant, maar voor wie precies?

Kort voor de zomervakantie kwam ik een site van de Stichting Leerplanontwikkeling op het spoor, die ik persoonlijk zeer interessant vind.
De site is geheel gewijd aan de Kerndoelen Onderbouw.
Alle kerndoelen zijn er te lezen, maar dat is niet zo bijzonder natuurlijk. Het bijzondere is dat je per kerndoel kunt doorklikken naar een verdere toelichting: of in de woorden van de site zelf: "Daarna wordt het kerndoel toegelicht, uitgewerkt in subdoelen en geïllustreerd met mogelijke lesactiviteiten. Per kerndoel is ook geschetst welke rol het speelt bij projecten. Al deze uitwerkingen zijn voorbeeldmatig, niet voorschrijvend, en ook niet uitputtend, maar bedoeld als inspriratiebron voor uitwerkingen van het vak."
Op de site zijn natuurlijk alle domeinen, compleet met karakteristieken te vinden.
Ook zijn pdf-bestanden te downloaden, die per domein dezelfde informatie geven als de site, zodat de liefhebbers van papieren ondersteuning eveneens aan hun trekken komen.

Deze site geeft me een uitstekend overzicht, dat ik kan gebruiken bij het begeleiden van de scholen van Melanchthon bij het inrichten van de nieuwe onderbouw.
Ook methodeschrijvers en docenten in het veld die eigen (gedeeltelijk of geheel digitaal) lesmateriaal ontwerpen, bijvoorbeeld om via de elektronische leeromgeving die de school gebruikt aan de leerlingen aan te bieden, hebben m.i. veel aan de site. De praktische voorbeeldmatige uitwerking van ieder kerndoel kan mensen inspireren.

Mijn vraag is echter, zullen huis-tuin-en-keuken-docenten er ook wel eens naar kijken?

zondag 22 juli 2007

3D en 2D-leeromgevingen

Dit filmpje dank ik aan de weblog van Wilfred Rubens.

donderdag 19 juli 2007

Dilemma

Een weblog kan vele gezichten hebben en je herkent iemand aan zijn gezicht.

Een webloggezicht vertelt je iets over de blogger, zijn persoonlijkheid, hoe hij in het leven staat, zijn hobby´s, datgene wat hem fascineert.

Persoonlijk ben ik heel snel klaar met een blog waarop iemand zijn gezellige fotootjes, zijn hobby´s of zo wereldkundig maakt.
Persoonlijk vind ik het al een stuk interessanter als iemand over zijn fascinaties (gaat wat verder dan hobby´s) publiceert en ik zijn diepste gedachten gewaar wordt.
Ik zelf bijvoorbeeld, lees nogal wat weblogs over ICT en onderwijs (zie links rechts :)).

Het ligt dan ook een beetje voor de hand dat een onderwijsmens (ik heb al ruim 50 jaar met de schoolbanken te maken) over onderwijs schrijft.

Ik heb daar moeite mee, althans op dit weblog.

Ik werk bij een scholengemeenschap, ondersteun en adviseer daar mensen van allerlei onderwijskundige overtuiging, ben vertegenwoordiger van de Algemene Directie en in een breder verband van Melanchthon en heb, zo beleef ik het, niet de vrijheid om in de wijde, wilde wereld van het internet persoonlijke meningen te spuien. Een weblog waarop ik mijn mening geef over allerlei onderwijszaken wil ik dus niet schrijven.

Wat wordt dan wel de inhoud van dit blog?

maandag 16 juli 2007

Effe oplette....!!

Elders opgeslagen bestanden posten naar het weblog

Dit is een bestand dat ik vanuit www.box.net direct naar dit blog heb gepost:

When Learning Matters -Using Learning Plans to Educate One Student at a Time.pdf

De meester in actie...

Posted by Picasa

Eindelijk aan de blog!

Het moest er toch een keer van komen.
De aanleiding is nu, dat de leerlingen van Via voor het blok 'Kennismaken' een blog starten. Daarom wil ik uit eigen ervaring over webloggen kunnen spreken.