donderdag 6 oktober 2016

Huisarts en onderwijs


Laat ik beginnen met een bericht van jaren geleden, toen ik pas met deze blog begonnen was, te herhalen. Ik doe dat omdat mijn volgende bericht ook weer over de overeenkomsten tussen de rol van de arts en de leraar zal gaan. Dit bericht is daarvoor een opwarmertje. 




Ik was onlangs bij de dokter. Ik had al een tijdje last van een kuchje, dat maar niet weg wilde. We raakten na het onderzoek in gesprek en hij vertelde me dat hij eigenlijk met zijn collega’s in het Gezondheidscentrum waar hij werkte nauwelijks contact had. Hij zag zijn collega’s zelden en besprak wel eens in het voorbijgaan een lastige patiënt of diagnose, maar van enige structuur in het overleg was geen sprake. Ze hadden het allemaal ook zo druk dat ze nauwelijks wisten dat ze leefden, laat staan dat ze ertoe kwamen interessante gevallen te bespreken of elkaar feedback te geven.
Op mijn vraag of hij dan de nodige vakbladen las om toch zijn vakkennis op peil te houden en of hij wel eens naar een congres toe ging, lachte hij wat smalend en gaf me te kennen dat hij na twintig jaar ervaring als huisarts toch zeker wel wist hoe hij zieke mensen moest genezen. En bovendien, voegde hij er aan toe, had hij voor het soort theoretische flauwekul dat zogenaamde experts hem daar voorschotelden toch geen tijd en geduld.
Nee, hij prees zich gelukkig als hij het eind van de week weer gehaald had zonder overspannen te raken.
Ik werd er wat onrustig van, want dit was toch de man die me zojuist had verteld dat er met dat kuchje niets aan de hand was. Dat het gewoon een virale infectie was die voor een geïrriteerde luchtpijp zorgde en die moest slijten. Typisch een geval waar hij niets aan kon doen, weet je wat, hij schreef wel een hoestdrankje met codeïne voor om de irritatie wat weg te nemen. Zo was het consult gegaan.
Voorzichtig vertelde ik hem dat ook mijn zwager door een soortgelijk kuchje was geplaagd en dat zijn huisarts hem daarvoor behandeld had met een nieuw medicijn dat hele goede resultaten bleek op te leveren. Dit was een boodschap die hij duidelijk niet van mij verwacht had en ook niet wilde horen. Hij raakte er ontstemd door en verontwaardigd beet hij me toe: “Wat nou nieuw medicijn?! Ik kan toch wel een diagnose stellen zeker? En u hebt gewoon een virale infectie! Zo doe ik het al jaren en, ik mag wel stellen, met veel succes! Heb ik het al die jaren dan fout gedaan? Dat gaat u me toch niet vertellen zeker? Wacht nou maar af, dat nieuwe medicijn zal over een tijdje gebakken lucht blijken en weest u dan maar blij dat ik niet in die nieuwlichterij ben getrapt!”

Het ergste van deze situatie leek me het isolement waar die dokter in verkeerde. Het isolement, dat hem deels was opgedrongen doordat hij, eenmaal gekozen, het zo druk had dat hij geen tijd meer had om zijn praktijk zo te organiseren dat hij het minder druk kreeg. Zodat hij voor zijn beroepsidentiteit geheel en al was gaan vertrouwen op zijn praktijkkennis en -om maar niet met ‘theoretische flauwekul’ te worden geconfronteerd die zijn praktijkkennis zou kunnen nuanceren- deels zelf voor dat verschrikkelijke isolement gekozen had.
Ben ik even blij dat ik geen arts ben, maar in het onderwijs zit……

Geen opmerkingen: