donderdag 22 mei 2008

Over structuur en patronen 3


Dit is aflevering 3 van dit verhaal. Aflevering 2 volgt morgen en de eerste aflevering overmorgen. Dit in het kader van achteruitleren en volgens het principe 'start at the ending'.

De kunst is te zien wanneer een patroon ondersteuning biedt en wanneer dat patroon je beperkt. Of liever gezegd, óf het patroon je ondersteunt óf dat het je beperkt.
Het is voor de meeste mensen moeilijk om oude patronen los te laten. Simpelweg omdat een oud patroon loslaten en op zoek gaan naar aanpassing van oude patronen of zelfs naar nieuwe patronen, altijd gepaard gaat met onzekerheid, met waarden die veranderen, met angst voor de toekomst.
Het meest extreme voorbeeld dat ik daarvan heb gezien was een vrouw die in een praatprogramma op televisie vertelde dat ze het licht in een oog was kwijtgeraakt, doordat haar man, na een lange geschiedenis van huiselijk geweld, haar met een pistool in het oog had geschoten. Op miraculeuze wijze had ze dit overleefd en daarover vertelde ze aan de talkshowhost.
Het maakte op mij en eigenlijk op iedereen die het hoorde een verpletterende indruk, toen ze vertelde dat ze terug zou gaan naar haar man, als die eenmaal uit de gevangenis kwam…
Blijkbaar kunnen patronen zo sterk zijn dat de negatieve uitwerking ervan verkozen wordt boven onzekerheid.

Op een minder extreme manier zien we dit terug in het onderwijs.
Als iets op dit moment in onze geschiedenis aan het innoveren is, is dat het onderwijs wel. Ik ga hier niet nader in op de leerpsychologische, economische, neurologische en maatschappelijke redenen, daarover is voldoende gepubliceerd.

Wat we wel heel duidelijk ontdekken, is dat veel onderwijsmensen, gelukkig lang niet alle, last hebben van het feit dat ze beperkende patronen nog steeds aanzien voor ondersteunende.
Je ziet dan ook in het onderwijs naast elkaar heel vooruitstrevende, nieuwe vormen van inrichting van een school en de oude vertrouwde inrichting, zoals we hem ruim een eeuw hebben gekend.

Het gevaar is daarbij, dat als dat te lang duurt, het traditionele onderwijs het niet zal redden. Ik maak daarbij een vergelijking met de Britse motorfietsindustrie, die tussen 1947 en 1975 goed was voor maar liefst negentig procent van het wereldwijde motorpark. De Japanse motorfietsindustrie (zoals wel meer industrieën) zat na de oorlog echter niet stil en begon zoals de Japanners wel meer deden met het afkijken en (min of meer slappe) aftreksels bouwen van de door hen bewonderde Britse motorfietsen.
In zeer korte tijd slaagden de Japanse grote vier, Honda, Yamaha, Suzuki en Kawasaki, erin om producten te maken die beter, moderner en betrouwbaarder waren dan de Triumph’s en de Norton’s. De laatste Norton Commander rolde in 1977 van de band. In zeer korte tijd was de gehele Britse motorindustrie weggevaagd.

Als je te lang in succesvolle patronen blijft hangen en niet de omslag maakt naar nieuwe patronen kan je behoorlijk in de problemen komen.
Leraren en scholen vinden het net zo moeilijk als andere mensen en organisaties om te blijven leren. Leren doe je alleen maar als bereid bent patronen aan te passen of zelfs rigoureus overboord te gooien te vervangen door andere. Daar zijn soms perspectief-wisselingen en het omarmen van andere paradigma’s voor nodig en daar is lef en vertrouwen voor nodig en soms ook wat trucs.

Of het nou echt een truc is of iets meer wezenlijks is niet zo belangrijk, maar ik wil dit artikel eindigen met een pleidooi voor een kanteling.

Maar eerst even iets over out-of-the-box-denken. Ik hoor wel eens van collega’s dat ze op vergaderingen door de voorzitter aangespoord worden om ter plekke eens over een onderwerp out-of-the-box te denken. Ik denk dat daar door die voorzitter mee beoogt om uit de gebruikelijke denkpatronen te stappen en frank en vrij patroonloos een vraagstelling te benaderen.
Ik zou niet graag die opdracht krijgen op een vergadering. Er is meer voor nodig dan een aansporing daartoe om patronen te kunnen loslaten. Het is niet een kwestie van niet willen, maar simpelweg van niet zomaar kunnen.
Er zijn dus extra maatregelen nodig als je wilt dat niets vermoedende mensen ergens out-of-the-box over moeten nadenken.
Daarbij geldt dat het vermogen om out-of-the-box te denken omgekeerd evenredig is aan ervaring op een bepaald (vak)gebied en veel kennis. Immers, ervaring en kennis zorgen vaak voor rigide patronen en het loslaten van die patronen is nou juist wat je wilt bij de aansporing out-of-the-box te denken.
Het voert te ver hier uitgebreid in te gaan op technieken die het gemakkelijker maken om patronen los te laten. Met name Edward de Bono (de uitvinder van de term ‘lateraal denken’) heeft hier uitgebreid over gepubliceerd en komt in zijn boeken vaak op de proppen met zogenaamde ‘aandachtrichters’ die op het niveau van perceptie proberen een doorbraak van patronen te bewerkstelligen.

Het is gezien het bovenstaande niet verwonderlijk dat ‘langzaam en voorzichtig, stapje-voor-stapje’ een patroon loslaten een welhaast bovenmenselijke krachtsinspanning vereist.
Het is enerzijds gemakkelijker om meteen te ‘kantelen’, anderzijds vergt het wel iets speciaals: het plotsklaps verkrijgen van het inzicht in de futiliteit en nutteloosheid van een ‘oud’ patroon.

Langzaam, stapje voor stapje kantelen is veel moeilijker dan in één keer geconfronteerd worden met een nieuwe werkelijkheid. Afleren is veel moeilijker dan aanleren en stapje voor stapje kantelen is vooral afleren.
Als je werkelijk iets nieuws wilt bewerkstelligen, zorg dan dat je niet te langzaam kantelt en dat je die maatregelen hebt genomen die voorkomen dat mensen de kans krijgen in hun oude patronen terug te vallen.
Vernieuwen lijkt soms wel fietsen in rul zand. Als je tempo maakt, kost dat veel kracht, maar het gaat wel goed. Als je te langzaam rijdt, val je gegarandeerd om.

Geen opmerkingen: