zaterdag 6 december 2008

Docenten die (digitale) leerboeken schrijven (1)

Illustratie met dank aan Wikipedia

Volgen docenten in deze tijd in het algemeen slaafs het boek van de leergang die ze gebruiken? Ik zou het niet weten. Wel weet ik dat al sinds mensenheugenis docenten nooit tevreden zijn met een boek en stenciltjes produceren die aanvullende informatie geven of zelfs een extra boekje aanschaffen dat iets meer van het soort oefening geeft dat ze in de leergang missen. Dat was tenminste bij de Moderne Vreemde Talendocenten waar ik mee werkte wel het geval.
Betekent dat dat alle docenten of het merendeel ervan de vaardigheden bezit om lesmateriaal te schrijven of losse materialen te arrangeren tot een lesopzet? Ik ben bang van niet. Mogen we het van ze verwachten? Daar ga ik van de gangbare mening afwijken: ik denk namelijk van wel.

Dat heeft te maken met het totaalbeeld dat ik van een goede docent heb, een beeld dat tegenwoordig door de wet BIO en de SBL wordt ondersteund. Als je bij de bekwaamheidseisen die aangeven wat een docent vakinhoudelijk en didactisch competent maakt gaat kijken en je trekt er ongeveer de helft van af omdat mensen zover nog niet zijn, dan hou je voldoende over om het een vrij reële verwachting te noemen dat docenten leeractiviteiten kunnen ontwerpen en uitvoeren.

Nou is het bij leergangauteurs zo, dat ze helaas vergeten dat ze een boek schrijven en geen onderwijsrecept of lesopzet optekenen. Daarom staan er in die boeken zoveel oefeningen en zo weinig beschrijvingen (zelfs in de docentenhandleidingen) van een totale leeractiviteit die een docent uitvoert. En als een docent het boek dan slaafs zou volgen, geeft hij geen les. Hij geeft oefeningen en kijkt ze na. Volgens mij is dat geen les geven. Het is een ernstige vereenvoudiging van het organiseren van een leeractiviteit die voorbijgaat aan zaken als: voorkennis activeren, eye-openers aanbieden, de leerlingen in een verschijnsel trekken waarvan ze iets kunnen leren maar dat toch interessant en problematisch voor ze wordt gemaakt, ze zelf oplossingen of verklaringen van het verschijnsel laten vinden, die met ze bespreken en toetsen aan een tekst, filmpje of ander mediaal aanbod, samen met de leerlingen conclusies trekken en bespreken hoe ze die conclusies het gemakkelijkst kunnen onthouden om ze een volgende keer te kunnen toepassen. Dit is natuurlijk geen volledige opsomming of analyse van het leerproces, maar ik geef deze elementen maar even om duidelijk te maken dat het slaafs volgen van een leerboek bijna nooit tot lesgeven leidt.

In een volgend bericht zal ik het bovenstaande verbinden met kant-en-klaar digitaal leermateriaal dat voor internet ontwikkeld wordt en met de ideeën van minister Plasterk.

Geen opmerkingen: